e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(eieren) leggen (eieren) leggen: legke (Lutterade) Hoe heet verder: eieren leggen? [N 93 (1983)] III-3-2
(geen) waarde (geen) waarde: wêrd (Lutterade) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(melk) voederen voederen: voore (Lutterade) Hoe heet verder: het opgeven van die melk aan de jongen? [N 93 (1983)] III-3-2
<naam> namensdag: namesdaag (Lutterade), verjaardag: verjoardaag (Lutterade) Een naamfeest, naamdag [vernamsdaag, nametsdaag]. [N 96C (1989)] || Feest vieren op de dag gewijd aan de heilige wiens naam men draagt [besteken]. [N 88 (1982)] III-3-2
[baaienjas?] polder: ’ne polder (Lutterade) een baaien jas met opgestikte figuren en gesloten met witte knopen [N 59 (1973)] III-1-3
[falie] falie: faalje (Lutterade) falie [SGV (1914)] III-1-3
[schabbernak] schobbejak: (dit woord gebruikte men ook voor een slechte man). Van Dale: schobbejak, 3. (gew.) korte werkkiel van grof linnen.  sjobbejak (Lutterade) wonderlijk kledingstuk [schabbernak] [N 86 (1981)] III-1-3
aalmoes aalmoes: almoos (Lutterade) aalmoes [SGV (1914)] III-3-1
aalmoezenier aalmoezenier: aalmoozeneer (Lutterade) Een priester die belast is met de zielzorg van een bepaalde klasse of groep van mensen [aalmoezeneer]. [N 96D (1989)] III-3-3
aam, maat van 150 l. aam: oam (Lutterade) aam (maat) [SGV (1914)] III-4-4