e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111* plaats=Onbekend

Overzicht

Gevonden: 3

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterste keerstrook onderste voordel: øŋǝštǝ [voordel] (Onbekend) De wendakker die het verst van de akkeringang, van de weg of van huis verwijderd ligt. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma keerstrook ca. [N 11, 51b; N 11A, b; A 33, 5] I-1
met een voor spitten omdoen: [omdoen] (Onbekend) Manier van spitten, waarbij men - achterwaarts gaande - de ene voor naast de andere graaft en de uitgestoken aarde omgekeerd in de open voor deponeert. Uit minder specifieke termen als (om)spaden en (om)graven kan worden afgeleid, dat ter plaatse meestal in voren wordt gespit. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men het lemma spitten. [N 11, 65b; N 11A, 148a; monogr.] I-1
ploegstaart ploegstaart: [ploeg]štart (Onbekend) Het schuin naar achteren staande hout of ijzer, dat achter aan de ploegboom is bevestigd, van boven uitloopt in of voorzien is van een handvat en dat dient om de ploeg te besturen. [JG 1a + 1b; N 11, 31.I.i + j; N 11A, 84h; monogr.] I-1