e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113b plaats=Benzenrade

Overzicht

Gevonden: 86

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
[jasje] stoep: stuub (Benzenrade) Hoe noemt men het kledingstuk van geheel of gedeeltelijk wollen stof, dat bij kouder weer en in de winter over de, in vraag 5 en 6 genoemde kledingsstukken in het werk wordt gedragen? Het heeft meestal een kraagje en revers (opgeslagen). Het zou in het Ne [DC 14A (1946)] III-1-3
allerheiligen allerheiligen: allerhéllege (Benzenrade) Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: aller ziele (Benzenrade) Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
armvol armvol: ənnə ermvəl höj (Benzenrade) armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] III-4-4
baantje glijden op het ijs slepen: sjliep ə (Benzenrade) Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)] III-3-2
baker hebamme (du.): hevamme (Benzenrade), wijsvrouw: wiesvrouw (Benzenrade, ... ) baker; ongediplomeerde (ervaren) vrouw die helpt bij bevalling [DC 12a (1943)] || baker; ongediplomeerde verzorgster van moeder en kind [DC 12a (1943)] III-2-2
bangerik floeperd: ənnə floepərt (Benzenrade) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] III-1-4
bloem (alg.) bloem: blomə (Benzenrade) bloemen [RND] III-4-3
bom, spon spon: špon (Benzenrade) De houten stop die ter afsluiting in het spongat wordt geslagen of geschroefd. Volgens de respondenten uit Gulpen (Q 203), Rothem (Q 99*) en Klimmen (Q 111) werd onder de bom eerst nog een lap gelegd. Die werd sponlap (Q 99*: šponlap) of sponlapje (Q 111: šponlɛpkǝ) genoemd. Zie ook het lemma ɛsponɛ in wld II.2, pag. 44.' [A 36, 3b; N 6, 4 add.; N E, 48a add.; L 7, 28 add.; monogr.] II-12
boom (alg.) boom: bom (Benzenrade) boom [RND] III-4-3