e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanmeten (de) maat nemen: dǝ moas nęmǝ (Bleijerheide), dǝ mwǫjt nēmǝ (Tongeren), dǝ mūwt najmǝ (Hoepertingen), dǝ mǭt nimǝn (Diepenbeek), dǝ mǭt nømǝ (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), dǝ mǭt nēmǝ (Borsbeek, ... ), dǝ mǭt nęjmǝ (Loksbergen), moas nē̜ǝmǝ (Bleijerheide), mōt nimǝn (Diepenbeek), mōǝt nęǝmǝ (Schulen), mǫwt nęjmǝ (Jeuk), mǫǝt nēmǝ (Hopmaal), mǭt nømǝ (Echt, ... ), mǭt nø̄mǝ (Born, ... ), mǭt nø̜mǝ (Valkenburg), mǭt nējmǝ (Noorbeek), mǭt nēmǝ (As, ... ), mǭt nēmǝn (Zolder), mǭt nē̜ǝmǝ (Eijsden), mǭt nęjmǝ (Wellen), (de) maat pakken: (de) maat pakken (Neerpelt, ... ), dǝ muǝt pakǝ (Bilzen), dǝ muǫt pakǝ (Zolder), dǝ mōǝt pakǝ (Herderen, ... ), dǝ mǭt pakǝ (Boorsem, ... ), mot pakǝ (Genk), mǭt pakǝ (As, ... ), aanmeten: amiętǝ (Sint-Martens-Voeren), amē̜tǝ (Horst), ānmētǝ (Maasmechelen), ānmē̜tǝ (Weert), de maat krijgen: dǝ mǭt kręjǝ (Montzen), maat opnemen: mǭt opnemǝ (Tegelen), meten: meten (Houthalen), miǝ.tǝ (Zolder), mē̜tǝ (Doenrade, ... ), mē̜tǝn (Achel), mɛjtǝ (Schinnen), mɛ̄tǝ (Meeuwen, ... ) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7