e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
potten? bijeenpotten: bīēijnpóttə (Opglabbeek), erop zitten: d⁄r op zitte (Haelen), knijpen: kniepe (Melick), met de knien op de kist zitten: mét de kni-je òppe kist zitte (As), op de centen zitten: op de cente zitte (Geleen), op de kist zitten: oppe (haarer) kist zitte (Neer), oppotten: oppotte (Blerick, ... ), oppotten (Eigenbilzen), òppòtte (As), pitsen: pitsə (Loksbergen), potten: potte (Amby, ... ), potten (Born, ... ), pottn (Brunssum), pottə (Beesel, ... ), pottən (Urmond), pōtte (Schimmert), pòtte (Geleen, ... ), pòttə (Gennep, ... ), póttə (Epen, ... ), pötte (Kerkrade, ... ), pöttə (Nieuwenhagen), pøͅ.tə (Eys), ww.  ə pot (Sint-Truiden), wie een duivel op zijn ziel zitten: zit wie nne duuvel op z⁄n ziel (Maastricht), wolven: wávvə (Maastricht), zich een braam door de vot rijten: ze.x ‧eͅŋə br‧iəm dø.rəx˃ gən vo.t rī.tə (Eys) Hij is zo spaarzaam (nauwziend, hij houdt het bijeen, en andere uidrukkingen met dezelfde betekenis). [ZND 07 (1924)] || op zijn geld zitten; nauwelijks iets uit willen geven [potten, ponken] [N 89 (1982)] || overdreven begerig naar geld zodat men op alles wil besparen [pinnig, zeikerig, pinnerig, gierig, gier] [N 89 (1982)] III-3-1