e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L247z plaats=Broekhuizenvorst

Overzicht

Gevonden: 182

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maretak maretak: weinig in noord limburg  maretak (Broekhuizenvorst), mistletoe: niet in noord limburg ...  mistletoe (Broekhuizenvorst) maretak [DC 46 (1971)] III-4-3
margriet margriet: -  margriet (Broekhuizenvorst, ... ) margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)] III-4-3
melkstoeltje melkstoeltje: mɛlkstølkǝ (Broekhuizenvorst) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
merel melder: melder (Broekhuizenvorst) merel [DC 50b (1975)] III-4-1
mestplank onder de zitstokken mestplank: mēsplaŋk (Broekhuizenvorst) De plank onder de zitplaats van de kippen die dient om de mest op te vangen. In L 245, P 51,174, 222, Q 9, 77, 88, 93 en 118 kende men een dergelijke voorziening niet; daar vielen de uitwerpselen gewoon op de vloer. [N 5A, 63b; A 48, 16g] I-6
met een drijftol spelen tollen: tollen (Broekhuizenvorst) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen tollen: tollen (Broekhuizenvorst) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
midvoor middenvoor: middeveur (Broekhuizenvorst) Midvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
mier zeikdempel: zeikdempel (Broekhuizenvorst) mier, alg. [DC 43 (1968)] III-4-2
miltvuur miltvuur: meltvø̄r (Broekhuizenvorst) Miltvuur is een bodemziekte. De smetstof blijft in de vorm van sporen jarenlang buiten het lichaam in de grond levensvatbaar. Door graven, door verschil in waterstand, misschien ook door mollen en regenwormen komen de sporen naar boven. Als het vee ze opneemt met het voedsel of binnenkrijgt door wonden, groeien ze in het lichaam uit en verspreiden zich met het bloed naar alle organen. Deze dodelijke ziekte heeft een snel verloop. Soms sterven de dieren zonder dat er voorafgaande verschijnselen konden worden opgemerkt ineens onder krampachtige stuipen. Meestal worden ze vrij plotseling hevig ziek met hoge koorts en verschijnselen van pijn en zijn ze binnen 24 uur dood. Bloedige uitvloeiingen uit neus, mond, aars en kling komen veel voor, vooral na de dood. De slijmvliezen zijn hoog roodblauw gekleurd (Berns 1983, blz. 141). Zie ook het lemma ''miltvuur'' in wbd I.3, blz. 475-476. [N 3A, 87; A 48A, 22; monogr.] I-11