e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q086p plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afvallen van bladeren vallen: vallen (Eigenbilzen) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
afwasborstel borsteltje: (borsteltje)  bjustelke (Eigenbilzen) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] III-2-1
afwaswater schotelwater: sjweutelwoater (Eigenbilzen) Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1
afzetten stropen: strèpen (Eigenbilzen) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
agnus dei agnus dei: het agnus (anjus) deii (Eigenbilzen) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
akkerdistel, distel distel: distel (Eigenbilzen), -  distel (Eigenbilzen) distel [ZND 01 (1922)] || distel (Carduus) [DC 69 (1994)] III-4-3
akkergrens, grensvoor reenvoor: rēn[voor] (Eigenbilzen) De grens tussen twee afzonderlijke akkers in de vorm van een diepe voor die met de ploeg getrokken wordt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen øvoorŋ resp. øvoordŋ het lemma ɛploegvoorɛ (wld I.1, blz. 105-106).' [N 11, 56; N 11A, 120; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; L B2, 268; L 24, 27; L 41, 24; monogr.] I-8
akte akte: akte (Eigenbilzen, ... ), aktes (Eigenbilzen) Een oefening/akte/akt van geloof, hoop, liefde, berouw [üboeng]. [N 96B (1989)] III-3-3
al dansend draaien denderen: dendere (Eigenbilzen) al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren] [N 112 (2006)] III-3-2
allerheiligen allerheiligen: allerheilige (Eigenbilzen, ... ), allerheiligen (Eigenbilzen) 1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)] || Allerheiligen. [ZND 19A (1936)] III-3-3