e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
absis absis (lat.): absis (Venlo), hoogaltaar: hoegaltaor (Venlo) De halfronde of meerhoekige uitbouw van het priesterkoor waarin het hoofdaltaar staat [absis]. [N 96A (1989)] III-3-3
absolutie absolutie (<fr.): absolutie (Venlo) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
accijns accijns (<lat.): àksijns (Venlo) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterdocht kwade gedachten: kwoaï gedachte (Venlo) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterdochtig achter de elleboog: achter den ellenbaog (Venlo), achterbaks: achterbaks (Venlo), achterdochtig: achterdochtig (Venlo), àchterdóchtich (Venlo) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achtergebleven hooi harken herken: hęrkǝ (Venlo), scharren: sxɛrǝ (Venlo) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterhaam achterbroek: achterbroek (Venlo) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhand van het paard achterkant: axtǝrkant (Venlo), boks: bø̜ks (Venlo) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterhoofd achterkop: achterkop (Venlo, ... ) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterklauw bijklauw: bɛi̯klau̯w (Venlo) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11