e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q071p plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
acoliet acoliet: acoliet (Diepenbeek) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adelaarsvaren reinvaan: ook: #sintjansvo.n*  oͅrenvo.n (Diepenbeek, ... ), sint-jansvaan: ook: #renvo.n*  oͅsintɛjansvo.n (Diepenbeek, ... ) adelaarsvaren [DC 60a (1985)] III-4-3
adem adem: ich kos mənn oijən ne krägən (Diepenbeek), asem: ik kon mijn asem niet krijgen (Diepenbeek) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ademen adem krijgen: ich kos mənn oijən ne krägən (Diepenbeek), ademen: ich kos ne oijəmən (Diepenbeek), ich kos ni oəmen (Diepenbeek), asem krijgen: ik kon mijn asem niet krijgen (Diepenbeek), asemen: ich koͅm ne͂ ōsəmə (Diepenbeek) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)], [ZND m] III-1-1
ader ader: aren (Diepenbeek), de oeren op ze vørhøt (Diepenbeek), də ōiərən va zə vørhöid (Diepenbeek), də ôrən vazə v"rhøt (Diepenbeek), ein ōør opəsnân (Diepenbeek), ĕn oer opesnēͅn (Diepenbeek), ən ōͅər opənsnäən (Diepenbeek) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)], [ZND m] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)], [ZND m] III-1-1
advent advent (<lat.): advent (Diepenbeek) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afbijten afbijten: ǭf˱bęjtǝ (Diepenbeek) Oude verf met behulp van een afbijtmiddel verwijderen. [N 67, 68a] II-9
afbijten van koninginnecellen uitbijten: ǫw.ǝtbęj.ǝtǝn (Diepenbeek) Het verwijderen van overtollige koninginnecellen door het bijenvolk of de koningin zelf. [N 63, 65] II-6
afbijtmiddel afbijtmiddel: ǭf˱bęjtmedǝl (Diepenbeek) De algemene benaming voor een middel om verf los te weken. Men onderscheidt gelvormige en alkalische afbijtmiddelen. De werkzame bestanddelen van gelvormige afbijtmiddelen zijn een mengsel van dichloormetaan en methanol. De alkalische afbijtmiddelen bevatten calciumhydroxyde of natriumhydroxyde. Zij worden meestal in poedervorm aangeboden en dienen voor gebruik met water te worden aangelengd. De invuller uit L 267 onderscheidde brandbare en onbrandbare afbijtmiddelen, terwijl men in Q 111 afbijtmiddelen in de vorm van pasta en in vloeibare vorm kende. [N 67, 16a; N 67, 16b] II-9
afbranden afbernen: ǭf˱bjanǝ (Diepenbeek) Oude verf met behulp van een brandlamp verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Brandlamp'. [N 67, 68b] II-9