e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
briket briket: brekét (Veulen) briket III-2-1
broeden, op eieren zitten uitbroeden: ytbrui̯ǝ (Veulen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Veulen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeds kloeks: kluks (Veulen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
brood stoetbrood: stuutbroeëd (Veulen) brood, gebakken van restanten van ander brooddeeg III-2-3
broodje pistolet: pistelej (Veulen), stoetje: later ook benaming voor een kadetje  stuutje (Veulen) feestelijk, langwerpig, knapperig broodje || klein broodje, gebakken van het deeg dat van een groot brood over bleef III-2-3
broodmand bakkersmand: bɛkǝrsmãnt (Veulen), broodmand: bruǝtmãnt (Veulen) Mand, vaak rechthoekig van vorm, waarin de bakker brood naar de markt of naar de klant bracht. De bakkersmand was volgens het Venrays woordenboek (pag. 78) een grote vierkante gevlochten mand, die meestal voor op een transportfiets stond en waarmee het brood bezorgd werd. [N 40, 96; N 40, 115; monogr.] II-12
broodmes broodmes: broeëdmes (Veulen), bródmes (Veulen) broodmes III-2-1
broodpap brokjespap: brökskespáp (Veulen), broodpap: broeëdpáp (Veulen) pap met stukjes brood III-2-3
broodpop buikkerel: bukkeͅl (Veulen), buikman: boekman (Veulen) krentebrood in de vorm van een pop, speciaal gebakken ter gelegenheid van St. Nicolaas || krentenbrood in de vorm van een pop III-2-3