e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterige kost soep: sòp (Caberg) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterloot waterscheut: WBD/WLD  watersjeut (Caberg) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
waterpokken waterpokken: waterpokke (Caberg) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)] III-1-2
wecken inmaken: inmakə (Caberg), wecken: wèkkə (Caberg) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weerbarstig contraire (fr.): (= oude benaming).  contrair (Caberg), dwars: dweers (Caberg) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerlichten weerlichten: weerliechte (Caberg) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: weerleech (Caberg) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wèèr (Caberg) weer [DC 03 (1934)] III-4-4
weggrissen snappen: snappe (Caberg), wegsnappen: wegsnappe (Caberg) grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)] III-1-2
wegkwijnen achteruitgaan: achteroet goon (Caberg), vervallen: vervalle (Caberg), wegkwijnen: wegkwijne (Caberg) (Weg)kwijnen: langzaam achteruitgaan, gezegd van een zieke (kwijnen, kwelen, pratten, afteren). [N 84 (1981)] III-1-2