e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftanden intanden: intãndǝ (Venray) Tijdelijk gestaakt metselwerk met behulp van een staande of liggende tand beëindigen. [N 31, 28a; monogr.] II-9
aftrekken (met de hand) plukken: pløkǝ (Venray) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftroggelen afzetten: afzette (Venray), troggelen: troggele (Venray) listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)] || troggelen (af~) [SGV (1914)] III-3-1
aftuigen aftouwen: aftǫu̯ǝ (Venray), aftuigen: aftȳgǝ (Venray) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afval van het grauwveen gemul: gǝmøl (Venray) [I, 44] II-4
afvallen van bladeren ruizelen: bloemen : rūūzele boomblad : aafvalle (Venray), bloemen: rūūzelen bladeren : aafvallen (Venray), uitvallen: uutvalle (bloemblad) (Venray) afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afwas (de) schotelen: də sxotələ (Venray), opwas: oͅpwās (Venray), Lót d\'n òpwâs már staon, went zeuj de waereld vergaon, hedde alles nog vur niks gedaon  òpwâs (Venray) het gezamenlijke vaatwerk, dat op een bepaald moment afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || vaatwas III-2-1
afwassen afwassen: afwasə (Venray), áfwâsse (Venray, ... ), omwassen: omwassen schoonwassen schoon spoelen  umwasse (Venray), opwassen: oͅpwāsə (Venray), òpwâsse (Venray), schotelen wassen: schòttel(e)wâsse (Venray), sxotələ wāsə (Venray), Allenneg már schóttele meuge wâsse: Alleen maar vuil werk mogen doen  schòttel(e)wâsse (Venray) afwas doen || afwassen van vaatwerk || afwassen, door wassen schoonmaken || de vaat doen || vaatwassen || vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: afwasbak (Venray), afwasbek (Venray), áfwâsbák (Venray), afwasteil: áfwâstejl (Venray), blik: (o.).  blek (Venray), het werd gebruikt als mengkom, wasbakje, afwasbakje  blek (Venray), spoelbak: spuulbak (Venray, ... ), wasbakje: wasbekske (Venray), wasteil: wasteil (Venray) afwasbak [N 07 (1961)] || afwasteil || geëmailleerde komvormig en taps toelopend keukengerei met één handvat en een doorsnede van 20 à 25 cm III-2-1
afwaswater schotelenwater: zeer slappe, smaakloze koffie  schòttel(e)water (Venray), schotelwater: schòttelwater (Venray, ... ), sxotəlwātər (Venray, ... ), sop: soͅp (Venray) afwaswater || Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1