e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zitbank bank: ba.ŋk (Laar) bank III-2-1
zoethout zoethout: Verklw. zeuthuitje  zeuthout (Laar) zoethout, ¯n geneeskrachtige wortelstok III-2-3
zolder zolder: zøͅldər (Laar) zolder III-2-1
zolderkamer zolderkamer: zøͅldərkāmər (Laar) zolderkamer III-2-1
zomen scheilatten: sxęjlatǝ (Laar), zomen: zø̜̄jmǝ (Laar), zø̜j.mǝ (Laar) De drie of vier lange, dunne latten in het hekken die evenwijdig aan de roeden lopen. Zie ook afb. 38. [N O, 2b; A 42A, 64] || Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-3, II-7
zonnebloem (helianthus annuus l.) zonnekeern: zónnekaer (Laar) zonnebloempit III-2-1
zonx zon: (meervoud: zonne; verkleinwoord: zunke).  zón (Laar) zon III-4-4
zoom zoom: zǫw.m (Laar) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon zoon: zoeën (Laar) zoon III-2-2
zout zout: zoat (Laar) zout [DC 03 (1934)] III-2-3