e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigen zuiken: zoëke (Laar, ... ), zūəkə (Laar), Sókkerpaek zoêke  zoêke (Laar) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] III-2-3
zure haring ingelegde haring: ingelagdje hieëring (Laar) ingemaakte haring III-2-3
zuring (alg.) surelle (fr.): serel’ (Laar), zuurloof: zoorlouf (Laar) zuring III-4-3
zuster zuster: zöster (Laar) zus III-2-2
zuur grel: Te vreug geplökdje ougstappel smaake grel: te vroeg geplukte oogstappels smaken zuur  grel (Laar) zuur III-2-3
zuurdesem desem: deîsem (Laar), hevel: heevel (Laar), D¯n hieëvel in ¯t broët neet vergaete  hieëvel (Laar), zuurdesem: zoordeîsem (Laar) desem || zuur desem || zuurdesem III-2-3
zuurkool zuurmoes: Met "moosschaave"fijngesneden witte kool die in speciale tonnen met zout wordt bestrooid en door gisting verzuurt, waardoor de speciale smaak ontstaat  zoôrmoos (Laar) zuurkool III-2-3
zwager zwager: zwaoger (Laar) zwager III-2-2
zwak, slap zwak: zwá:k (Laar) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zwarte bladluis melie: mv.; zit in vlierbes, dahlias en tuinbonen  meeli-jje (Laar) bladluis, zwarte III-4-2