e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ambacht van schoenmaker schoenmakersstiel: schoenmakersstiel (Lommel) [N 60, 221a] II-10
ameublement salonnetje: saloͅnəʔən (Lommel) salonameublement III-2-1
andere nachtkleding: nachtbroek nachtbroek: Alleen broek zonder jasje.  naxtbruk (Lommel) nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
andijvie andijvie: andeͅivi (Lommel), andijvie (Lommel, ... ), andijviej (Lommel, ... ), andu̯`.ivi (Lommel) [DC 69 (1994)] [Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7
angel angel: angel (Lommel), aŋǝl (Lommel) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Lommel), anghel (Lommel) angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2
angelusklok angelus: den angelus luijt (Lommel), engel des heren: den engel des heeren luijt (Lommel) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
anjelier genoffel: zjenoffels (Lommel), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  žənoͅffəl (Lommel) Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) genoffel: žənoͅfəl (Lommel), -  zanofəl (Lommel), zənofəl (Lommel) anjelier || tuinanjer III-2-1
anker anker: aŋʔǝr (Lommel) Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-9