e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstrok borstrok: boorsrok (Caberg) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld spang: spang (Caberg) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking pleuris: pleuris (Caberg) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstzak(je) borstzakje: boorszekske (Caberg) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos groente bussel: WBD/WLD  ’n bössel (Caberg) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
boterhamworst boterhammenworst: bōterhammeweurs (Caberg) boterhamworst [N 06 (1960)] III-2-3
boterkussentje karamel: karrəmèl (Caberg) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
bovenstuk van een jurk lijfje: leifke (Caberg) lijfje, bovenstuk van jurk [baskien] [N 24 (1964)] III-1-3
braaf braaf: braaf (Caberg, ... ), degelijk: degelek (Caberg), fatsoenlijk: fatsoendelek (Caberg), goed: good (Caberg), lief: leef (Caberg) braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] || met een goed karakter, alles doend zoals het hoort [braaf, gief] [N 85 (1981)] III-1-4
braamstruik bramelenstruik: WBD/WLD  brommelestroek (Caberg), bramen: WBD/WLD = struik die niet draagt  (briem) (Caberg) De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3