19048 |
denken |
denken:
dīnken (L192p Bergen)
|
denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
19167 |
deugniet |
deugeniet:
deugeniet (L192p Bergen)
|
deugniet [DC 11 (1942)]
III-1-4
|
19684 |
deur |
deur:
dȳr (L192p Bergen)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
21310 |
dief |
dief:
dīēf (L192p Bergen)
|
dief [DC 11 (1942)]
III-3-1
|
33903 |
dikke hakken |
schijthak:
sxithak (L192p Bergen)
|
Verdikking aan de achterkant van het spronggewricht tengevolge van vochtophoping, die kan ontstaan door trappen, stoten of slaan tegen harde voorwerpen. Het is duidelijk merkbaar als men het achterbeen van opzij bekijkt. Zie afbeelding 17 en 18. [N 8, 90d, 90e, 90f, 90h en 90j; monogr.]
I-9
|
18688 |
dikke want |
winterwant:
winter-waante (L192p Bergen)
|
wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18684 |
dikke wollen sjaal |
dikke das:
dikke das (L192p Bergen)
|
das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18266 |
dikke, warme mantel |
dikke wintermantel:
dikke wīnter-māntel (L192p Bergen)
|
damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24899 |
dinsdag |
dinsdag:
dinsdag (L192p Bergen)
|
dag; dinsdag [N 07 (1961)]
III-4-4
|
22481 |
dinsdag voor aswoensdag |
vastenavonddinsdag:
Vastenavonddinsdag (L192p Bergen, ...
L192p Bergen)
|
naam voor de dinsdag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)]
III-3-2
|