e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
allerheiligen allerheiligen: Allerhellege (Venray), Allerhellige (Venray, ... ), allerhellige (Venray), allerhéllige (Venray), (ei tussen é en ei).  Allerheilige (Venray) Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: Allerziele (Venray, ... ), allerziele (Venray), Allerziele (Venray), allerzīēle (Venray), Allerzīēle (Venray) Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
alles kwijt foeks: Var. knoeks.  foeks (Venray), kadul: Var. knoeks.  kedöl (Venray), keps: keps (Venray, ... ), knoeks: knoeks (Venray), knoeks zien (Venray), knuks (Venray), Ik schej uut met bikkele, went ik zie knoeks.  knoeks (Venray) Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)] || Blut, platzak (knikkers, kaarten, geld). || Blut. || kwijt ["alles ~ "bij t knikkeren] [SGV (1914)] || Platzak. III-3-2
alsem els: els (Venray) alsemkruid III-4-3
altaar altaar (<lat.): altaor (Venray, ... ), mannelijk !  altaor (Venray) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel klingelschel: de klingel schel (Venray) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
altaarretabel altaarretabel (<fr.): altaor retabel (Venray), drieluik: drieloek (Venray) Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)] III-3-3
alver alver: Veldeke 1979 nr. 1  d’n alver (Venray), WLD  alver (Venray) Hoe noemt u de alver: een roofkarpertje, 10-18cm lang, de schubben hebben een fraaie zilver- of paarlemoerglans (alver, moertje, nesteling, aveltje, scheiter, bovenzwemmer, win, winde, wind) [N 83 (1981)] III-4-2
alziend oog heilige plaat: hellige plaat (Venray) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ambrosiuskorf ambrosiuskorf: ambrōsiǝskø̜rf (Venray) Korf die een afbeelding is van bisschop Ambrosius, de patroon van de imkers. De korf wordt op deze wijze vervaardigd, meer als eerbetoon aan de H. Ambrosius of als curiositeit dan als een vorm die maatgevend of modern is. Hij dient om de zegen van de patroon van de imkers af te roepen. [N 63, 3f] II-6