e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijkapel zijkapel: zaekapelle (Siebengewald) Elk van beide zijkapellen van een kruiskerk. [N 96A (1989)] III-3-3
zijn pasen doen pasen houden: paose haalde (Siebengewald) De Paascommunie doen [de oeëster hauwe]. [N 96C (1989)] III-3-3
zijn pasen houden zijn pasen houden: ziene paose haalde (Siebengewald) De Paasbiecht. [N 96D (1989)] III-3-3
zijpad zijgang: zaegang (Siebengewald) Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zingende mis zingende mis: zeŋəndə meͅs (Siebengewald) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zoetvijl, fijne vijl zoetvijl: zȳt˲vīl (Siebengewald) Vijl met een fijn bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een zoetvijl ongeveer 60 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De zoetvijl wordt gebruikt voor harde metalen en voor het afwerken en, aldus de invuller uit P 219, het polijsten of polieren van metalen. Het blad van de vijl kan verschillende vormen hebben. [N 33, 90; N 64, 53b-c] II-11
zolder boven de dorsvloer balken: balǝkǝ (Siebengewald) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zondag dag van de heer: dag van den heer (Siebengewald) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: zondag haalde (Siebengewald) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal kerkboek: kerkbooek (Siebengewald) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3