21118 |
bundel groenten |
bussel:
WBD/WLD
bössel (Q095a Caberg)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
18586 |
bustehouder |
bustehouder:
bustenhouwer (Q095a Caberg)
|
bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
24604 |
canadapopulier |
canadas:
WBD/WLD
canadas (Q095a Caberg)
|
De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18557 |
capuchon |
putter:
putter (Q095a Caberg)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18067 |
cariës |
lokken in de tanden:
loker in de tanj (Q095a Caberg)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
druugweurs (Q095a Caberg)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjegrijn (Q095a Caberg)
|
een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
sokkerij:
sòkkereij (Q095a Caberg),
suikerij:
sòkkereij (Q095a Caberg)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
24406 |
cocon |
cocon:
WBD/WLD
de kokon (Q095a Caberg),
pop:
WBD/WLD
de pop (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
colbertje (<fr.):
colberke (Q095a Caberg)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|