e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
berrie berrie: bø̜ri (Nederweert), berries: bø̜ris (Nederweert), kaarhouter: kārhǫwtǝr (Nederweert) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] || Het uit twee balkjes bestaande toestel op de steenkuip waarop of waartussen het kaar rust. Zie ook afb. 82. [N O, 19h; A 42A, 38; Vds 147; Jan 154; Coe 135; Grof 156; N D, 33 add.] I-13, II-3
beschuit beschuit: Beschuût met sókkerkuurkes: beschuit met meisjes Wieërter beschuûtjes: toast Beschuûtekêntje: kantjes van beschuit (waren goedkoper dan beschuit), werden gebruikt om te paneren ¯n rol beschuûte: een rol beschuit  beschuût (Nederweert) beschuit III-2-3
beschuit met muisjes beschuit met muisjes: Syst. WBD  beschuut met muueskes (Nederweert, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitpap beschuitenpap: Syst. WBD  beschutepap (Nederweert), beschuutepap (Nederweert), kindjespap: kintjespap (Nederweert), lammetjespap: lemkespap (Nederweert) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] || pap van gekookte melk met suiker en beschuit III-2-3
besjes aan de aardappelplant bellen: bɛlǝ (Nederweert) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besvrucht, algemeen beer: beer (Nederweert, ... ), bēēr (Nederweert), bēēre (Nederweert), bēēr̄ (Nederweert), bieër (Nederweert), miemert: mv  miemerte (Nederweert) bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)] || Hoe noemt u: een bes in het algemeen (uitspraak!) (bes, bees, bezie, bezing, bissem) [N 72 (1975)] I-7
beteuterd beteuterd: beteutertj (Nederweert) beteuterd [SGV (1914)] III-1-4
beton beton: bǝton (Nederweert), bǝtoŋ (Nederweert) Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.] II-9
beugelen beugelen: Sub buuëgele. Bij de meeste cafés, vooral buiten de kom, lag een beugelbaan. Beugelen is een spel met houten ballen gespeeld op een lemen baan van 10,5 x 5,15 meter. Deze baan is afgemaakt met een stootrand van +- 80 cm. Het spel wordt gewoonlijk door 2 of 4 man gespeeld, ieder met zn eigen bal. Men moet trachten met een slaghout "slieëger"de bal door n stalen ring "buuëgel"te laten rollen of te gooien. Deze ring is op n afstand van 2,625 m vanaf de bovenste lijn in het midden geplaatst. De ring is stevig vastgezet in een "boumbóks". Men speelde vanuit de "grup"aan de voorkant van de baan. Als men de bal door de ring gooit, heeft men één punt en de partij die het eerst 12 punten heeft is winnaar. Er wordt om toerbeurt gespeeld. De kunst is met effect te spelen net als bij biljarten om zodoende de bal van de tegenpartij in een minder gunstige stelling te brengen. [Met twee fotos op pag. 5].  beûgele (Nederweert) Beugelen. III-3-2
beuk beuk: beuk (Nederweert), buuëk (Nederweert), beukenboom: beukeboum (Nederweert) beuk [SGV (1914)] III-4-3