e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
[falie] falie: ZND35,010b: [neen]  fâli (Houthalen), fralie: ZND35,010b: [neen]  fralie (Houthalen) falie (zwarte doek die de vrouwen vroeger droegen, nu nog hier en daar in gebruik bij begrafenissen) [ZND 35 (1941)] III-1-3
[kazavek?] borstdoek: Dat onmiddellijk onder de jas wordt gedragen, zonder mouwen.  borsdok (Houthalen), casaquin (fr.): Gebreid jasje. "e"zoals het franse main  kassekè (Houthalen), kazavek: Dat onmiddellijk onder de jas wordt gedragen, zonder mouwen.  (kazavek) (Houthalen), Gebreid jasje.  kazevek (Houthalen) Kent u het woord kazevek, kazaver, kazawik voor een bepaald kledingstuk? Geef de juiste uitspraak op [ZND 48 (1954)] III-1-3
aaks zware bijl: zwǭr bē̜l (Houthalen) Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.] II-12
aalmoes aalmoes: een almoes (Houthalen), ien aalmoes (Houthalen) aalmoes [ZND 32 (1939)] III-3-1
aalmoezenier aalmoezenier: aalmoezenier (Houthalen) Een priester die belast is met de zielzorg van een bepaalde klasse of groep van mensen [aalmoezeneer]. [N 96D (1989)] III-3-3
aambeeld aanbeeld: āmbēlt (Houthalen), āmbīlt (Houthalen) Een gietijzeren of stalen blok waarop de smid het smeedwerk uitvoert. Aan één of twee zijden van het aambeeld kan een hoorn zijn bevestigd, een puntig uitsteeksel waarop ijzer kan worden gebogen. De vlakke bovenzijde van het aambeeld, de baan, wordt gebruikt voor het smeedwerk. In de baan zijn soms één of meer gaten aangebracht waarin gereedschap zoals de schroodbeitel en de tas kunnen worden geplaatst. Vgl. ook afb. 15. De invuller uit Q 121 kende drie soorten aambeelden: 1. het aambeeld met twee ronde hoorns; 2. het aambeeld met één ronde en één vierkante hoorn; 3. het aambeeld met één hoorn en een stuikblok. Ook andere respondenten vermeldden deze drie aambeelden. Vgl. ook afb. 14. In L 382 kende men ook nog een aambeeld dat speciaal gebruikt werd bij het aanbrengen van de kap op vijlbladen. Het bovenvlak van dit aambeeld was van zacht roodkoper vervaardigd. Zie ook het lemma "vijlkap". [N 33, 40; N 33, 49; N 33, 50; S 1; R 14, 8b; L 1a-m; L 1u, 2; L 17, 9; L B1, 201; N 64, 32a-b; N 66, 13a-b; monogr.] II-11
aambeeldgat kot: kōt (Houthalen) Het gat of elk van de gaten in de baan van een aambeeld. In het aambeeldgat kunnen verschillende werktuigen worden vastgezet zoals de schroodbeitel en de tas. Zie ook afb. 15. [N 64, 32e; N 66, 13e] II-11
aambeeldhoorn hoorn: hōrǝ (Houthalen) Het puntige uitsteeksel of elk van de twee puntige uitsteeksels van een aambeeld, waarover ijzer rond kan worden gebogen. De hoorn kan in doorsnede zowel kegelvormig als vierkant uitgevoerd zijn. Er bestaan ook aambeelden die van beide uitvoeringen zijn voorzien. [N 33, 42; N 64, 32f; N 66, 13f] II-11
aambeien speen: spiejen (Houthalen) Aambeien: bes- of knobbelvormige zwellingen van de aders aan de anus of aan het onderste gedeelte van de endeldarm (aambeien, takken, speen, blikaar(d)s, (vijg)puisten). [N 107 (2001)] III-1-2
aan flarden gescheurd: gescheurd (Houthalen) Aan flarden (gezegd van kledingstukken, t.g.v. ongeluk e.d.) [N 114 (2002)] III-1-3