e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032p plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanbidding van het allerheiligste aanbidding: aanbidding (Schinnen), uitstelling van het allerheiligste: oetsjtèlling van `t allerheiligste (Schinnen) De aanbidding van het Allerheiligste. [N 96B (1989)] || Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
aandeel, part deel: deèl (Schinnen), portie: portie (Schinnen) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aandringen aandringen: aandringə (Schinnen), aandrènge (Schinnen), derop hameren: d⁄rop hamere (Schinnen) met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)] III-1-4
aangeven, verklikken aangeven: aangève (Schinnen), aangéévə (Schinnen), aanschieten: aansjietə (Schinnen), klikken: klikken (Schinnen), verklappen: verklappe (Schinnen) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] || klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)] III-3-1
aanhitsen kissen: eigen spellingsysteem  kiesje (Schinnen) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend klagen zaniken: zanikke (Schinnen) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend vragen maren: méerə (Schinnen), zeiken: zeikə (Schinnen), zeveren: zeiveren (Schinnen) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankondigingskastje gemeentekastje: gemeintekäske (Schinnen) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
aanlaven bijvullen: bivø̜lǝ (Schinnen), opkruizen: opkrø̜jzǝ (Schinnen) De gistvaten en de legervaten bijvullen tijdens de gisting. Volgens de invuller uit P 180 gebeurt dit bijvullen opdat de gist kan weglopen. [N 35, 81] II-2
aanmeten meten: mɛjtǝ (Schinnen) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7