e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardappelsalade aardappelsalade: koude gekookte aardappelen, gesneden in schijfjes of blokjes, waarna deze vermengd worden met azijn, olie, peper en zout  aerpelslaaj (Veulen), koude schotel: kâldeschòttel (Veulen) aardappelsalade || huzarensalade III-2-3
aarden zijn eigen begeven: zien aege begaeve (Veulen) wennen III-1-4
aardewerk aardewerk: aerdewaerk (Veulen) aardewerk III-2-1
aarzelen rikraaien: rikraoje (Veulen) twijfelen, aarzelen, dubben etc. III-1-4
achterdeur achteruitgang: aachteruutgáng (Veulen) achterdeur III-2-1
achteruit plaats: pláts (Veulen) erf achter het huis III-2-1
afdak afdak: áfdák (Veulen) afdak III-2-1
afkrabben afkrebberen: afkrɛbǝrǝ (Veulen), krebberen: krɛbǝrǝ (Veulen) Oude verf met behulp van een krabber verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Verfkrabber'. [N 67, 68c; monogr.] II-9
afrikaantje stinkertje: Tagetes  stinkerke (Veulen), tagetes  stinkerke (Veulen) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle III-2-1
afschuinen afschuinen: áfsxynǝ (Veulen) De kant van een stuk hout, bijvoorbeeld een plank, schuin afschaven. [N 53, 125a; monogr.] II-12