e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
[kazavek?] kazavek: Een soort vrouwenbloes uit stof met mouwen en een reeks knoppen van voor om de bloes te openen. Aan die bloes was er dan nog een rokje aan bevestigd. Deze begon waar de knoppen reeds ophield. De lengte van dat rokje kon variëren, langste maat tot aan de knieën.  kazəveͅk (Beverlo), iets langer dan een bollero  kasjevek (Beverlo) jak; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || kasjevék, in de betekenis van vrouwenmantel; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[kepie] kepie: kepie (Beverlo) kepi [kepie] III-1-3
[lijfje] lijfje: lèfke (Beverlo), Onderkledingstuk, gedragen op het blote lijf, zowel met als zonder mouwen, lang of kort.  leͅfkə (Beverlo), Werd en wordt onder het hemd gedragen - met of zonder mouwen.  leͅfkə (Beverlo) lijf(je) (afzonderlijk kledingstuk) || lijfje, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
aalmoes aalmoes: en alləmoes (Beverlo), ⁄n almoes (Beverlo) aalmoes [ZND 32 (1939)] III-3-1
aan de borst zijn memmen: mèmme (Beverlo), zabberen: cf. Vd s.v. "zabberen, sabberen"2. voortdurend aan iets zuigen  zjabbere (Beverlo), zuigen: zouge (Beverlo), zûîge (Beverlo), zuiken aan een mem: zouke (lotse) on-e.mem  zouke on-e mèm (Beverlo) zogen || zuigen III-2-2
aanbranden aanbranden: oobranne (Beverlo, ... ) aanbranden || aanzetten (licht aanbranden) III-2-3
aangetrouwd aangetrouwd: oogetrouwd (Beverlo) aanverwant; aangehuwd III-2-2
aanhitsen kwaad maken: kōͅt mōͅkə (Beverlo) hond ophitsen, aanhitsen [N 02 (1960)] III-2-1
aanhoudend bepoetelen handvollen: haufələ (Beverlo) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend klagen kroezen: krusə (Beverlo), lamenteren: lameteere (Beverlo) aanhoudend klagen [ZND B2 (1940sq)] || weeklagen III-1-4