e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

Gevonden: 2431
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bont en blauw slaan zo blauw als een lap houwen: blō gəhōt as nə lap (Alken), zwart en blauw houwen: zwad ɛn blow gəhout (Alken), zwad ɛn blow gəhowə (Alken) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
boog boog: bo:ch (Alken), bu.uch (Alken) boog [RND] III-3-2
boogschuttersgilde maatschappij: maatschappée (Alken) een vereniging, een gilde van boogschutters [doel, doelmaatschappij, handboogmaatschappij] [N 112 (2006)] III-3-2
boom (alg.) boom: bou̯m (Alken) boom [RND] III-4-3
boon, algemeen bonen: būǝnǝ (Alken), boon: bun (Alken) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
bord telloor: teͅlōr (Alken), teͅlø&#x0304r (Alken) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borst borst: bǭ.s (Alken) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstelig haar stekelhaar: stekelhaar (Alken) Borstelig haar (stekelhaar, pinhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
borsttuig gareel: gǝriǝl (Alken) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
bos bos: bō.s (Alken) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8