e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zware hamer zware hamer: šworǝ hamǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Laura, Julia]) Voorhamer, grote moker. Het woordtype "mottek" (Q 121b, Q 202) is een verbastering van het Poolse mtottek. De term "meesterhouwer" (Q 21) was op de mijn Maurits een spottende benaming voor een zware hamer. [N 95, 739; monogr.] II-5
zwarte bladluis bladluis: blad’loes (Ch?vremont), meel: mie’ël (Ch?vremont) bladluis III-4-2
zwarte kraai, kraai kraai: kroa (Chèvremont) kraai III-4-1
zwarte roodstaart roodstaartje: roeëd’sjtets-je (Chèvremont) roodstaartje III-4-1
zwavelx zwavel: ps. boven de ‰ staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  šwēajəl (Chèvremont) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: šmek (Chevremont) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zwellen duwen: %%de stoot duwt%%  dø̜jt (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Gezegd van galerijwanden die opzwellen tengevolge van druk op het gesteente. [N 95, 386] II-5
zwerm vogels vlucht: vläog (Chèvremont), zwerm: sjwerm (Chèvremont) vlucht || zwerm III-4-1
zwoegen dabben: dab’be (Chèvremont), schaffen: klaarspelen  sjaf’fe (Chèvremont), schuften (du.): sjoef’te (Chèvremont), schustern (du.): sjoes’tere (Chèvremont) (hard) werken || hard werken || ploeteren III-1-4
zwoord spekzwaard: sjpek’sjwaad (Chevremont), zwaard: sjwaad (Chevremont) spekzwoerd || zwoerd III-2-3