e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een zandbad nemen bakelen: bākǝlǝ (Veulen) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
eend eend: ē̜nt (Veulen) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eetlust appetijt: apətit (Veulen), eetpijn: ēͅtpin (Veulen), honger: schael kiëke van dn hònger: grote honger hebben Spek en broeëd slón dn hònger doeëd: stevige kost houdt de honger tegen  hònger (Veulen), schrok: sxroͅk (Veulen), smacht: grote honger of dorst  smāxt (Veulen) eetlust || erge honger || grote honger of dorst || honger III-2-3
ei zonder schaal windei: windęi̯ (Veulen) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
eierdopje eierdopje: ejjerdöpke (Veulen) bekertje om een ei in te zetten achterzolder III-2-1
eiermand eierkorf: ęjǝrkø̜rf (Veulen) Mand om eieren in te vervoeren. [N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.] II-12
elektriciteit lektrisch: lektries (Veulen), stroom: stroeëm (Veulen) electrisch || electrische spanning III-2-1
ellende (lijden) elend: ieëlend (Veulen) ellende III-1-4
erwtensoep erwtensoep: ertesoep (Veulen) erwtensoep III-2-3
eten (ww.) eten: ēͅtə (Veulen), Dén/die ét nog zònder zörguut de körf: persoon die nog bij zijn/haar ouders woont Letters ge-aete hebbe: geleerd zijn Wie pap wil aete, mòt de lepel nie vergaete: zondere gereedschap kan men niet zȉn aete duut aete: gezamelijk eten bevordert de eetlust Smerges mòtte aete as enne kejzer, smiddágs as enne kunning, saves as enne kruujer  aete (Veulen) eten (w.w.) || eten ww. III-2-3