e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bebroed onbevrucht ei broedei: brutęi̯ (Blerick), rot ei: rot ęi̯ (Blerick) [N 19, 54b] I-12
bed bed: be̝ͅt (Blerick) bed [RND] III-2-1
beddenhemel hemel: hemel (Blerick) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
bedelaar bedelaar: beadelaer (Blerick) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarstehuis armenhuis: erme-hoës (Blerick), kolonie: kolonie (Blerick) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw schooiersvrouw: schoeiersvrouw (Blerick) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: beadele (Blerick), schooien: (dit is onbeschoft bedelen).  schooien (Blerick) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bederven, gezegd van pekel bedorven pekel: bǝdǫrvǝ pēkǝl (Blerick), garst worden: gɛrs wɛ̄rǝ (Blerick) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bèvert (Blerick) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedienen bedienen: bedeene (Blerick) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] III-3-1