e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L426z plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1883
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broek met split fluitjesboks: fluitjəsbôks (Holtum) broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broek: algemeen boks: bôks (Holtum) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekspijp pijp: piepə (Holtum) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenriem: bôksəreem (Holtum) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter vottentas: vottətèsj (Holtum) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij boksentas: bôksətèsj (Holtum) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broer: broor (Holtum) broer, Waar woont je broer ook weer? [N I (1964)] III-2-2
bromtol huildop: huuldop (Holtum) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)] III-3-2
bronstig breustig: brø̄stex (Holtum) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen rijden: rii̯ǝ (Holtum) [N 3A, 9b] I-11