| 20663 |
dragon |
dragon:
WBD/WLD
dragon (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg)
|
Dragon; een overblijvende plant met smalle gaafrandige bladeren en 3 mm grote bloemhoofdjes waarvan de jonge bladeren dienen als specerij in sla en bij het inmaken van augurken, zilveruitjes, etc. (drakewortel, kloppenkruid, stragoen). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
| 20500 |
drank |
drank:
drānk (Q095a Caberg),
drinkens:
drinkès (Q095a Caberg),
ninna:
kinderen
ninna (Q095a Caberg),
zuipen:
dieren
zoepə (Q095a Caberg)
|
drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 18877 |
drenzen |
jammeren:
jiemere (Q095a Caberg),
jammerig:
jiemerig (Q095a Caberg),
janken:
jenke (Q095a Caberg),
janketig:
jenketig (Q095a Caberg)
|
op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18866 |
driftig |
kregel:
(bij ongeduld).
kriegel (Q095a Caberg),
razetig:
(bij woede).
raozetig (Q095a Caberg)
|
vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzand (Q095a Caberg)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 20499 |
drinken |
drinken:
drinke (Q095a Caberg),
lessen:
lessə (Q095a Caberg)
|
drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20564 |
droesem |
droes:
droes (Q095a Caberg),
zinksel:
zinksel (Q095a Caberg)
|
droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20507 |
dronkaard |
zatlap:
was zaotlap
zaatlap (Q095a Caberg)
|
dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 25232 |
droog blijven |
droog weer:
(waer = als duits: wär).
druug weer (Q095a Caberg)
|
droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 20554 |
drop |
krissie:
krissie (Q095a Caberg)
|
drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|