e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q071p plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
basterdsuiker potsuiker: potsókker (Diepenbeek) kandijsuiker III-2-3
bebroed onbevrucht ei bebroed ei: bǝbryt ēi̯ǝ (Diepenbeek) [N 19, 54b] I-12
bed bed: be̝ͅt (Diepenbeek) bed [RND] III-2-1
beddenlaken laken: lōͅkən (Diepenbeek), lōͅəkən (Diepenbeek) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedelaar bedelaar: do worren drei minsen deə de bēdelēr hāən gezīn (Diepenbeek) Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] III-3-1
bedelen bijvliegen: bęjvlīǝ.gǝn (Diepenbeek), schooien: bv een hond sjoeit rond  sjoeien (Diepenbeek) Het vragen van een moerloze zwerm om een plaats bij een naburig volk. Wanneer een zwerm moerloos blijft, is hij praktisch ten dode opgeschreven. Eén van de mogelijkheden tot overleven is een plaats te vragen bij een andere zwerm. Eeckhout (pag. 129) zegt dat haar informanten het begrip bedelen bij bijen als onbestaand beschouwen. Dit verschijnsel noemen zij roven. [N 63, 61b] || kent ge het woord schooien ? (uitspraak + betekenis) [ZND 42 (1943)] II-6, III-3-1
bederven, gezegd van pekel bedorven: bǝdørvǝn (Diepenbeek), rotte pekel: rotǝ pīkǝl (Diepenbeek) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bjovet (Diepenbeek), bedevaartsgang: bjeuversgang (Diepenbeek), eͅnne bjovĕsgaŋ (Diepenbeek), bedeweg: beiweich (Diepenbeek) Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedevaartganger bedevaartganger: bjovet geinger (Diepenbeek) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartplak: bjovetplak (Diepenbeek) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3