20782 |
haas |
haas:
haas (L192p Bergen)
|
haas [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
24319 |
hagedis |
ektis:
nektes (L192p Bergen),
hagedis:
hagedis (L192p Bergen)
|
hagedis [DC 07 (1939)], [DC 17 (1949)]
III-4-2
|
25145 |
hagelsteen, hagelkorrel |
hagelkoren:
#NAME?
hagelkeūun (L192p Bergen)
|
hagelsteen, hagelkorrel [N 22 (1963)]
III-4-4
|
27379 |
hak |
hak:
hak (L192p Bergen)
|
De verhoging, al of niet geheel of gedeeltelijk van leer, onder de hiel van de voet. [N 60, 233c; N 60, 126a; N 60, 169a; L 48, 28a; L 48, 28b; L 1a-m; L 1u, 82; L 5, 50; N 7, 37b; L 29, 42; monogr.]
II-10
|
18180 |
hak van een schoen |
hak:
hak (L192p Bergen)
|
hak van de schoen [N 07 (1961)]
III-1-3
|
20343 |
half- of stiefbroer |
halfbroer:
halfbrüer (L192p Bergen),
stiefbroer:
stiefbrüer (L192p Bergen)
|
half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20344 |
half- of stiefzuster |
halfzuster:
halfzuster (L192p Bergen),
stiefzuster:
stiefzuster (L192p Bergen)
|
half- of stiefzuster [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18713 |
halfhemd |
klein hemd:
volgens sommigen
klêin hemd (L192p Bergen)
|
halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
26222 |
hals van de as |
baanvak:
baanvak (L192p Bergen)
|
Het gedeelte van de molenas dat op het metalen of hardstenen lager rust of draait. In geval van een houten as werd dit gedeelte vaak versterkt met smalle stroken ijzer, die in de lengterichting van de as werden aangebracht en waaromheen weer metalen banden werden bevestigd om het geheel bijeen te houden. Zie ook afb. 45 en de toelichting bij het lemma ɛlemmersɛ.' [N O, 10i; A 42A, 6]
II-3
|
26304 |
hals van de kleine spil |
hals:
hāls (L192p Bergen)
|
Het (dikke) gedeelte van de kleine spil dat zich in de steenbus van de ligger bevindt. Zie ook afb. 62 en de toelichting bij het lemma ɛhals van het staakijzerɛ.' [N O, 16c; A 42A, 23]
II-3
|