18932 |
beredderen |
beredderen:
bereddere (L269p Blerick)
|
beredderen [SGV (1914)]
III-1-4
|
24918 |
bergtop |
top:
toep v.d. berg (L269p Blerick)
|
top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bérrəch (L269p Blerick)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
bericht:
bezig (L269p Blerick)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
beslaag (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
26051 |
berrie |
berries:
bø̜ris (L269p Blerick),
boom:
bau̯m (L269p Blerick),
(mv)
bø̜i̯m (L269p Blerick)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20]
I-13
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
beschummeld broêd (L269p Blerick),
beschûmmeld broêd (L269p Blerick)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met suikerkeurtjes:
Syst. WBD
beschuut met sokkerköörkes (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20711 |
beschuitbol |
beschuitbol:
bǝsxȳtbol (L269p Blerick),
Syst. WBD
beschuutbolle (L269p Blerick)
|
[N 29, 61; N 29, 60]Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)]
II-1, III-2-3
|
25631 |
beschuitdeeg |
beschuitdeeg:
bǝsxȳtdē̜x (L269p Blerick)
|
[N 29, 58]
II-1
|