e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarsspleet broodstraat: broodstraot (Afferden) aarsspleet tussen de billen [N 10c (1961)] III-1-1
aas in het kaartspel aas: rüten oas (Afferden) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
achterdocht achterdocht: achterdocht (Afferden) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterhaam achterboks: ɛxtǝrboks (Afferden) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhand van het paard achterhand: axtǝrhānt (Afferden), boks: boks (Afferden) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterknie achterknie: axtǝrknii̯ (Afferden), schijthakken: sxithakǝ (Afferden), spronggewricht: spronggewricht (Afferden) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achterneef achterneef: ee van père (fr.)  achterneef (Afferden) (neef; )Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achternicht achternicht: achternicht (Afferden) (nicht;) Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achterste achterste: echterste (Afferden), gat: gat (Afferden), kont: koont (Afferden) [N 10c (1961)]achterste [SGV (1914)] III-1-1
achteruit terug-op: tryx˱ ǫp (Afferden) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10