e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aankloppen aankloppen: āklopǝ (Bleijerheide) Het met een hamer bewerken van de onderstukken om een stevig geheel te krijgen. [N 60, 129a] II-10
aankoppelen aanhangen: āhaŋǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), aankoppelen: ākopǝlǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11] II-5
aanmeten (de) maat nemen: dǝ moas nęmǝ (Bleijerheide), moas nē̜ǝmǝ (Bleijerheide) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7
aanrecht aanrecht: āriət (Bleijerheide) aanrecht III-2-1
aanslag aanslag: āšlāx (Bleijerheide), gelengstuk: jǝlɛŋštøk (Bleijerheide) Een verlengstuk van de zool dat onder de hak komt te zitten en dat voordeligheidshalve door de schoenmaker gebruikt wordt. "Als men, door een fout in het uitsnijden van de leerstukken, een te korte binnenzool had, hoefde men dat stuk leer niet perse als verloren te beschouwen. Met een eigenlijk ongeoorloofd handigheidje werkte men er een ander stukje leer aan. Dit stukje heette de "aanslag"." (Liedmeier, pag. 1). [N 60, 165] || Het gedeelte van de stijl en van de dorpel waartegen een deur of draaiend venster aanslaat en waarbij, meestal onder een rechte hoek, de sponning aansluit. Zie ook het lemma 'Sponning'. De aanslag kan aan stijl en dorpel geschaafd worden of door middel van een latje gevormd worden. [N 55, 73a] II-10, II-9
aanslag [wld ii.10, p. 35-36] gelengstuk (<du.): jelengsjtuk (Bleijerheide), lengstuk: lengsjtuk (Bleijerheide) Een verlengstuk aan de zool dat onder de hak komt te zitten en voordeligheidshalve door de schoenmaker gebruikt wordt (aanslag, lengstuk, lengsel?) [N 60 (1973)] III-1-3
aanslaglat aanslaglatje: āšlāxlɛtšǝ (Bleijerheide) Tegen de kozijnstijlen en -dorpels gespijkerd latje dat de aanslag vormt voor een deur of draaiend venster. [N 55, 73b-c] II-9
aanstaan aangegeven: ājǝjęǝvǝ (Bleijerheide) Gezegd van de hoeken van een bouwwerk, wanneer deze na het uitmeten definitief vastgesteld zijn. In Q 83 werd de term 'aanstaan' in een iets andere betekenis gebruikt. Zodra de muren van een huis in aanbouw een eerste maal gemetseld waren en het grondplan zodoende vastlag, werden de uitzetplanken verwijderd. Men zei dan dat het huis 'aanstond'. [N 31, 10a; monogr.] II-9
aansteker klitser: klitšǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), zünder: tsyndǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Inrichting voor het ontsteken van een veiligheidslamp. Al naar gelang het fabrikaat van de lamp, worden verschillende soorten aanstekers toegepast. Bij de veiligheidslamp van Wolf bijvoorbeeld wordt een systeem gebruikt waarbij van fosfor voorziene stroken tot ontbranding worden gebracht. Andere lampen werken met vuursteentjes die door middel van een aan de onderzijde van de lamp aangebrachte draaiknop vonken voortbrengen (Heise/Herbst pag. 122-123). [N 95, 246; monogr.] II-5
aantrede aantrede: ātret (Bleijerheide) De horizontale afstand tussen de voorkanten van twee elkaar opvolgende stootborden. Zie ook afb. 68b. [N 55, 89e] II-9