e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292a plaats=Makset

Overzicht

Gevonden: 136

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizendblad hazegerf: hazegerf (Makset) duizendblad III-4-3
eekhoorn eekhoorntje: eikeurke (Makset), eekkats: eikets (Makset), zeikpoes: zijkpoes (Makset) eekhoorn [DC 07 (1939)] III-4-2
ekster egerst: ègərst (Makset) Hoe heet de ekster? [DC 06 (1938)] III-4-1
erf erf: ɛrəf (Makset) I-7
grasmus grasteut: grāstø͂ͅt (Makset) Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
grauwe vliegenvanger vliegenvangertje: vlēgəvèengərkə (Makset) Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
grof gebouwde vrouw padaver: eine pedaaver (Makset), stevige patat: eine steevege petat (Makset), stevige, een -: (eine steevege) megochel (Makset) fors gebouwde vrouw [megochel, schommel] [N 07 (1961)] III-1-1
grootmoeder grootje: cf. WNT s.v. "grootje (III) - grootken"= grootmoeder  greutjə (Makset), grootmoeder: grootmoodər (Makset) grootmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
grootouders grootouders: grootòjərs (Makset) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootvader grootvader: grootvaadər (Makset) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2