e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1781

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarden pot aarden pot: ɛ̄rdǝ pǫt (Geysteren), keulse pot: kø̜lsǝ pǫt (Geysteren), uilespot: ȳlǝspǫt (Geysteren), ūlǝspǫt (Geysteren) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardewerk aardewerk: ɛ̄rdəweͅrk (Geysteren) aardewerk III-2-1
achterdeur achteruit: axtəryt (Geysteren) achteruitgang III-2-1
achtereen, na elkaar achtereen: achterén (Geysteren) achtereen, na elkaar III-4-4
achterwerk gat: gat (Geysteren), kont: koont (Geysteren), kó:nt (Geysteren), kontje: kūntje (Geysteren), poeperd: poepert (Geysteren) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
achterwerk van de kip hennenvot: hɛnǝvot (Geysteren) I-12
afdak schop: sxoͅp (Geysteren) afdak, open schuur III-2-1
afgeroomde melk fiets: fits (Geysteren), fuge: fȳs (Geysteren), ondermelk: ø̄ndǝrmɛlk (Geysteren) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afgeschilde schors schaal: schaal (Geysteren) afgeschilde bast ve boom III-4-3
afgetrokken zeug afgezuikte zeug: afxǝzø̜ktǝ [zeug] (Geysteren) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12