e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

Gevonden: 3120
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrelglaasje drupjesglaasje: dröpkesglaeske (Puth) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel borstel: beusjtel (Puth, ... ) borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] III-2-1
borstelig haar borstelhaar: beusjtelhòòr (Puth), varkenshaar: vérkeshòòr (Puth) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten memmen: memme (Puth) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)] III-1-1
borstkas borst: borsj (Puth) borst(kas) [SGV (1914)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫršnęt (Puth) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem borstriem: bǫršrēm (Puth) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10
borstrok stoep: sjtuup (Puth), stoepje: stübke (Puth), wollen lijf: wolle lief (Puth) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: borschrok (Puth), stoepje: stübke (Puth), wollen lijf: wolle lief (Puth) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) lijf: līēf (Puth), wollen lijf: gemaakt van wolm later acryl  wolle lief (Puth) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3