e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich haasten zich spoeden: os speuje (Nederweert) zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2
zich inbeelden zich inbeelden: zich inbiele (Nederweert) inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4
zich kwaad maken zich verbozen: zich verbuuëze (Nederweert) zich kwaad maken III-1-4
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: wentjǝlǝ (Nederweert) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich schamen zich generen: zjenieëre (Nederweert), zich schamen: zich schaâme (Nederweert) generen, schamen || zich schamen III-1-4
zich vervelen zich vervelen: zich vervaele (Nederweert) zich vervelen III-1-4
zicht zicht: zext (Nederweert) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4
ziek ziek: zeek (Nederweert) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekenhuis ziekenhuis: [In Nederweert heeft gesticht de betekenis van bejaardenhuis]  zeêkenhoês (Nederweert) ziekenhuis III-1-2
ziekte ziekte: zikdje (Nederweert) ziekte [SGV (1914)] III-1-2