e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192p plaats=Bergen

Overzicht

Gevonden: 1064
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hen met kuikens kloek: kluk (Bergen) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hengstveulen hengstveulen: hęŋstvø̄lǝ (Bergen) Het mannelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3a] I-9
herdershond herdershond: hęrdǝrshø̜̄nt (Bergen) Hond van verschillend ras die door de herder wordt gebruikt ter bewaking van de schaapskudde. [N 7, 68; N 78, 21a; L 6, 30; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
herfst, najaar herfst: herfst (Bergen) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] III-4-4
herfstdraden herfstdraden: #NAME?  herfst-drui-j (Bergen) herfstdraden [zomervamen] [N 22 (1963)] III-4-4
herik herik: herik (Bergen, ... ), hērek (Bergen) herik (Sinapis arvensis L.) [DC 43 (1968)] || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
herkauwen nirken: nerkǝn (Bergen) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn wezel: wezel (Bergen) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
het vuur doven laten uitgaan: ⁄t vuur lòtte uutgaon (Bergen) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
heten heten: hiete (Bergen) heten [DC 37 (1964)] III-2-2