e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekisting coffrage: kofrāš (Zonhoven) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekkens bekkens: bekkens (Zonhoven), deksels: deksels (Zonhoven) het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen] [N 112 (2006)] || Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bektang, buigtang kraaibek: krɛ̄bɛk (Zonhoven) In het algemeen een tang met platte, halfronde en/of spitse bekken waarmee men metaaldraad of -plaat kan vastklemmen en buigen. De benen van deze tang zijn doorgaans gebogen. De benaming paternostertangetje werd in Bilzen (Q 83) gebruikt voor een tangetje waarmee de ijzerdraadjes werden gebogen die nodig waren voor het maken van rozenkransen. Zie ook het lemma ɛbektang, buigtangɛ in Wld II.11, pag. 94.' [N 53, 143; monogr.] II-12
belangrijk, van belang van belang: van belang (Zonhoven) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting taks (<fr.): taks (Zonhoven) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
belastingbiljet belastingsbrief: belastingsbrief (Zonhoven) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1
bellefleur bellefleur: bélflöör (Zonhoven), bɛlfø͂ͅr (Zonhoven), keulemannetje: keu.leménnekes (Zonhoven), schaapsmuiltje: R. en T. schaapsmuil (Fra. gueule de mouton), Gr. Dik, sjoapemoûjle, Rijnl. Schafmaul1 Apfelsorte  schòòëpsmölkes (Zonhoven) bellefleur || een appelsoort || keulemannetjes (appelsoort) I-7
belofte niet houden zijn woord door de nek trekken: wōrt dōrnnak trekə (Zonhoven) hoe heet: een belofte of een gegeven woord niet houden, een overeenkomst opzeggen? (in 1 woord) [ZND 32 (1939)] III-3-1
beloken pasen beloken pasen: beloke poaschen (Zonhoven), beloke poasen (Zonhoven), blo‧kə poəsən (Zonhoven) Beloken Pasen (zondag na Pasen). [ZND 17 (1935)] || Beloken Pasen. [ZND 01 (1922)] || De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: beloven (Zonhoven) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1