24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
beujek (K278p Lommel),
beukenboom:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bujeboom (K278p Lommel)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
doorrijp:
dø̄rreͅi̯p (K278p Lommel),
goed rijp:
goed rijp (K278p Lommel),
murg:
mørx (K278p Lommel),
murw:
merew (K278p Lommel),
meurf (K278p Lommel),
mørf (K278p Lommel),
te plat:
te plat (K278p Lommel),
te rijp:
te rijp (K278p Lommel),
veel te rijp:
vø̄l tə reͅi̯p (K278p Lommel)
|
beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
19258 |
bevelen |
commanderen:
kòmməndeiərən (K278p Lommel)
|
commanderen
III-1-4
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
(zich) schudden:
sxødǝ (K278p Lommel)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
34498 |
bevruchten |
treden:
treʔǝn (K278p Lommel)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voederhoek:
vui̯ǝrhuk (K278p Lommel),
voorstal:
vørstal (K278p Lommel)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
17950 |
beweeglijk rondlopen |
britsen:
bretsən (K278p Lommel),
heen en weer lopen:
hejən en wejər lōpə (K278p Lommel)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dørslõn (K278p Lommel)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
25231 |
bewolking |
lucht:
loͅxt (K278p Lommel)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
betrokken fort:
betrokken fort (K278p Lommel),
betrokken lucht:
betro-en lucht (K278p Lommel),
betrokken (K278p Lommel),
betrokken lucht (K278p Lommel),
een betro-en lucht (K278p Lommel),
bewolkte hemel:
dən eməl es bəwoͅlkt, Yə zi Yən steͅrə (K278p Lommel),
bewolkte lucht:
de lucht is bewolkt (K278p Lommel),
də loͅxt es bəwoͅlkt, Yə zi Yən steͅrə (K278p Lommel),
donkere lucht:
donker logt (K278p Lommel),
en donker logt (K278p Lommel),
overtrokken lucht:
overtrokken locht (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel),
zware lucht:
en zwòwer logt (K278p Lommel),
zwòwer logt (K278p Lommel)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|