e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  beujek (Lommel), beukenboom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  bujeboom (Lommel) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp doorrijp: dø̄rreͅi̯p (Lommel), goed rijp: goed rijp (Lommel), murg: mørx (Lommel), murw: merew (Lommel), meurf (Lommel), mørf (Lommel), te plat: te plat (Lommel), te rijp: te rijp (Lommel), veel te rijp: vø̄l tə reͅi̯p (Lommel) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevelen commanderen: kòmməndeiərən (Lommel) commanderen III-1-4
bevend schudden met de huid (zich) schudden: sxødǝ (Lommel) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchten treden: treʔǝn (Lommel) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederhoek: vui̯ǝrhuk (Lommel), voorstal: vørstal (Lommel) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen britsen: bretsən (Lommel), heen en weer lopen: hejən en wejər lōpə (Lommel) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewerken van het deeg op de werktafel doorslaan: dørslõn (Lommel) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewolking lucht: loͅxt (Lommel) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht betrokken fort: betrokken fort (Lommel), betrokken lucht: betro-en lucht (Lommel), betrokken (Lommel), betrokken lucht (Lommel), een betro-en lucht (Lommel), bewolkte hemel: dən eməl es bəwoͅlkt, Yə zi Yən steͅrə (Lommel), bewolkte lucht: de lucht is bewolkt (Lommel), də loͅxt es bəwoͅlkt, Yə zi Yən steͅrə (Lommel), donkere lucht: donker logt (Lommel), en donker logt (Lommel), overtrokken lucht: overtrokken locht (Lommel, ... ), zware lucht: en zwòwer logt (Lommel), zwòwer logt (Lommel) bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4