e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bericht tijding: WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.  ich höb teŋ gəkrēgən (Zonhoven) Ik heb tijding (ting, teng, enz.) gekregen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
berk berk: bé.rrek (Zonhoven), bö.rrek (Zonhoven) berk III-4-3
beroerte beroerte: beroerte (Zonhoven), beslag: beslag (Zonhoven, ... ), beslao.ch (Zonhoven), bəslāch krēgə (Zonhoven) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, slag). [N 107 (2001)] || een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] || Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)] III-1-2
berrie ber(ri)g: børǝx (Zonhoven), bø̜rǝx (Zonhoven), (mv)  bø̜rgǝ (Zonhoven), berries: bęrīs (Zonhoven) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschimmeld beschimmeld: beschemmeld (Zonhoven) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschimmelen beschimmelen: besxøͅmməln (Zonhoven) beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)] III-2-3
beschuit beschuit: beschöö.t (Zonhoven), 1a-m  məsxøt (Zonhoven), Verklw. beschöö.teke of beschöö.t¯ˆ  meschöö.t (Zonhoven) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant zaadaardappelen: zø̄djapǝl (Zonhoven) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslag beslag: beslag (Zonhoven) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
besloten tijd vastentijd: vastentijd (Zonhoven) De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)] III-3-3