e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zakgeld tassengeld: teischegeld (Mechelen), teisjegeld (Mechelen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  taj.ssjegeld (Mechelen), tassengeld.: tajssjégeld (Mechelen), tessengeld: teesjegeld (Mechelen), teischegeld (Mechelen) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakkenbank houten bank: hōtǝ baŋk (Mechelen  [(meervoud: hōtǝ bɛŋk)']  ) De houten bank of kist bij het kaar waarop de zakken graan gereed gezet worden. [N O, 21a] II-3
zalig zalig: zillig (Mechelen) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zānt (Mechelen), zandgrond: zantgrōnt (Mechelen) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zang, bussel gelezen aren zang: zaŋ (Mechelen) De bussel die de arenlezers bijeenbrengen. Vergelijk het lemma ''bussel geharkte aren'' (5.2.3). In het westen van de Kempen wordt opgemerkt dat dergelijke zangen vooral bij het lezen van hennep worden gemaakt. In het Noord-Truierlands worden de zangen niet gebonden, maar los verzameld. Godsschel, naar Jongeneel 1884, is een metafoor naar de vorm van de altaarbel. [N 15, 36; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Mechelen) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zeef zift: zif (Mechelen), zij: zei (Mechelen), zéëj (Mechelen) zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen zeef: zēf (Mechelen), zift: zeft (Mechelen) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeemlap waslap: weisjlâp (Mechelen) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeep zeep: ze spult nog ummer mit greun zeep (Mechelen) Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)] III-1-3