e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdak afdak: aafdaak (Belfeld) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Belfeld) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afkomst afkomst: aafkums (Belfeld) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2
aflater aflater: āflǭtǝr (Belfeld) Arbeider die de gevormde buizen op een lager gelegen droogzolder deponeert. [monogr.] II-8
afloeren, bespieden afloeren: aafloere (Belfeld) kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] III-1-1
afrastering van wei gelint: gǝlent (Belfeld) Kunstmatige omheining, doorgaans een afrastering van met draad verbonden palen. [N 14, 62; S 11; Gwn 16, 11; A 25, 8; N 11, 8 add.; monogr.] I-8
afslagplaats van zand en afval zandberg: zaŋk˱bɛrǝx (Belfeld) [monogr.] II-8
afsterven afsterven: āfštɛrvǝ (Belfeld) Gezegd van de natgemaakte en met andere kleisoorten en chamotte vermengde klei die in de kleikuil een proces ondergaat waarbij de organische stoffen erin vergaan. [monogr.] II-8
aftroggelen afzetten: aafzette (Belfeld) troggelen (af~) [SGV (1914)] III-3-1
afval afval: āvǝl (Belfeld) Kleiafval bij de buizenpers. [monogr.] II-8