e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L378p plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarde, grond aarde: êrd (Stevensweert), brak: bràk (Stevensweert) aarde (grond) [SGV (1914)] || donkerbruin vruchtbaar zand met water [get] [N 81 (1980)] III-4-4
aarden pot aarden pot: ē̜rdǝ pǫt (Stevensweert), uilepot: ȳlǝpǫt (Stevensweert) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardewerk aardewerk: èrdewerk (Stevensweert) aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)] III-2-1
aardmannetje (kabouter) aardmannetje: êrdmenke (Stevensweert) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aardrups, larve van de nachtvlinder grijze vreter: groozevrāīter (Stevensweert) grauwe aardrups, larve van de nachtvlinder, die in de rusttoestand ligt opgerold in de vorm van de letter C [N 26 (1964)] III-4-2
aarzelen hengelen: cf. WNT VI, kol. 573, s.v. "hengelen"2. zeurig of doelloos gaan  hingele (Stevensweert), schikschouderen: schiksjouwere (Stevensweert) aarzelen [SGV (1914)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: roeten oas (Stevensweert) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
achterdocht achterdunk: achtertŭnk (Stevensweert) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterneef achterneef: achternèf (Stevensweert) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achternicht halfnicht: #NAME?  halfnicht (Stevensweert) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2