e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292a plaats=Makset

Overzicht

Gevonden: 136

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haas haas: haas (Makset) haas [DC 07 (1939)] III-4-2
hagedis ekvis: ēkvis (Makset) hagedis [DC 07 (1939)] III-4-2
hak van een schoen hak: hak (Makset) hak van de schoen [N 07 (1961)] III-1-3
half- of stiefbroer halfbroer: halfbroor (Makset) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster halfzuster: halfzöstər (Makset) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
hangslot hangslot: hangslōōt (Makset) hangslot [N 07 (1961)] III-2-1
heen en weer (bewegen) op en af: hae löptj op en aa‧f (Makset), op en neer: hae löptj op en neer (Makset) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heermoes kattenstaart: kattesjtert (Makset) paardestaart III-4-3
hermelijn wezel: wēzəl (Makset) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
het vuur doven uit laten gaan: et veur oet lao:te gaon (Makset) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1