| 23339 |
zonde |
zonde:
zonde (P219p Jeuk)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 18890 |
zonder opzet |
zonder opzet:
zonder opzet (P219p Jeuk)
|
zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20066 |
zonnebloem |
zonnebloem:
zonnebloem (P219p Jeuk)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 24756 |
zonnedauw |
vliegenvanger:
vliegevanger (P219p Jeuk)
|
Ronde zonnedauw (drosera rotundifolia 5 tot 25 cm. Het is een insektenetend plantje; de blaadjes groeien in een rozet, zijn rond, met talrijke rode klierharen met kleverige knopjes (voor het vangen van insekten) en tevens lang gesteeld. De bloemen zijn [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 18342 |
zool van een schoen |
lap:
[Afzonderlijke bladzijde met gegevens voor Jeuk; zie tekening v.d. informant] (Bij vrouwen Soorten (bij vrouwen): lere, crêpe, cattjoese (rubber).
lap (P219p Jeuk),
zool:
[Afzonderlijke bladzijde met gegevens voor Jeuk; zie tekening v.d. informant] Soorten (bij vrouwen): lere, crêpe, cattjoese (rubber).
zouwl (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt men in het algemeen alle onderdelen van de schoen die evenwijdig lopen aan de onderkant van de voet? (zool?) Vgl. tek. 3 [N 60 (1973)]
III-1-3
|
| 28991 |
zoom |
zoom:
zōǝm (P219p Jeuk)
|
De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.]
II-7
|
| 20286 |
zuigfles |
melkfles:
melkfles (P219p Jeuk)
|
zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 22053 |
zuigwormen |
zuigwormen:
(= ook werme).
zuigwərme (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: zuigwormen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 20845 |
zult, preskop |
geperste kop:
geperste hoofdkaas
gəpázdəkoͅp (P219p Jeuk)
|
hoofdkaas [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
| 33618 |
zuring, groente |
sulker:
søləkər (P219p Jeuk)
|
Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)]
I-7
|