e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baby, zuigeling plat kindje: plat kintje (Altweerterheide) kindje dat in de wieg ligt of nog niet kan lopen III-2-2
baker kraamnabuur: 4 à 5 huizen Verplichtingen en rechten bij huwelijk, doop, ziekte , dood, dringend seizoenswerk en verhuizing; cf. WNT s.v. "nabuur - daarnaast vroeger nagebuur"; vgl. "Nachbar"(D.)  kraomnaober (Altweerterheide) naaste buutschap III-2-2
baksteen brik: brek (Altweerterheide), klauw: klaw (Altweerterheide), klauwsteen: klawstęj.n (Altweerterheide) Uit klei of leem gebakken steen die voor metselwerk, en in hardgebakken vorm, ook voor bestrating wordt gebruikt. Het woordtype rijnvorm (P 47) duidt een bepaald formaat (180x 85x50 mm) van steen aan dat als basis dient om het stukloon te berekenen (Schuddinck, pag. 164). De benaming klinker wordt volgens Coopman (pag. 34) gebruikt voor de beste soort baksteen. Over de waalsteen merkt hij op (pag. 87) dat deze aan de oevers van Waal, Boven-Rijn, Lek en Maas wordt gebakken. [Wi 10; S 37; L 32, 95; N 98, 160; N 30, 52a; monogr.] II-8
bal gehakt frikadel: frikkedel (Altweerterheide) bal gehakt III-2-3
balkenbrij balkenbrij: balkebreej (Altweerterheide), Gaef mich smêrgus mer ¯n pan bâlkebreej, lekker. De naober krieëg altiêt ¯n teluur bâlkebreej, mer ouch pestoeër en ¯t huit vanne schoeël (zie ook:proof)  bâlkebreej (Altweerterheide), kruipuit: Ze hebbe kerboët en woorst koôme bringe  kerboêt (Altweerterheide) balkebrij || balkenbrij, bereid uit vlees van o.a. varkenskop, longen, lever en bloed, gekookt met boekweitmeel III-2-3
bang bang: bang (Altweerterheide) bang III-1-4
bangerik bangeschijterd: bangeschiêtert (Altweerterheide), boksenschijterd: bókseschiêtert (Altweerterheide), piemel: piemel (Altweerterheide), pisser: pisser (Altweerterheide), schijthuis: schiêthoês (Altweerterheide), siemesop: siêmesop (Altweerterheide), sopsieme: sopsiême (Altweerterheide), soptrien: soptrien (Altweerterheide), strontkar: stroóntker (Altweerterheide), zeikerd: zeîkert (Altweerterheide) bang meisje || bangerik III-1-4
barbeel berf: vis  berf (Altweerterheide) barbeel (witvis) III-4-2
basterdsuiker potsuiker: potsókker (Altweerterheide) bastaardsuiker III-2-3
bed bed: beͅt (Altweerterheide), kot: kū.t (Altweerterheide) bed III-2-1